Als uw pleegkind 18 wordt, is hij of zij voor de wet volwassen. Met ingang van 1 juli 2018 kunnen pleegkinderen standaard tot 21 jaar in hun pleeggezin verblijven, tenzij het pleegkind heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van pleegzorg. Daarover hebben Jeugdzorg Nederland, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afspraken gemaakt. Ondertussen bereidt het ministerie een wetswijziging voor, waardoor ook in de Jeugdwet komt te staan dat pleegzorg standaard tot 21 jaar wordt geboden.
Verschillende scenario’s
Hoe wordt deze afspraak toegepast in de praktijk? Hiervoor zijn verschillende scenario’s uitgewerkt.
Pleegzorg als vorm van verlengde jeugdhulp, zoals beschreven in de Jeugdwet, blijft mogelijk vanaf 21 jaar tot 23 jaar. Sommige pleegkinderen hebben ook na hun 21e verjaardag ondersteuning nodig. Daarom kunnen pleegkinderen tot een half jaar na hun 21e verjaardag een beroep doen op verlengde jeugdhulp.
Verlengde jeugdhulp eindigt als er geen hulpvraag meer is, als het pleegkind geen hulp meer wil, of als het pleegkind 23 jaar is.
Vraag de basisbeurs (voor het mbo), een lening (voor hbo en universiteit) en/of aanvullende beurs bij voorkeur 3 maanden voordat uw kind 18 wordt aan. Voor het aanvragen van een aanvullende beurs is het inkomen van een pleegouder niet leidend.
Werkt uw pleegkind en is het inkomen minder dan het minimumloon? Dan kan hij of zij zich melden bij het UWV of op Werk.nl voor aanvullend werk, ander werk en/of scholing.
Als uw pleegkind niet studeert en ook niet werkt, kan hij of zij een beroep doen op het UWV voor het vinden van werk en/of scholing. Pleegkinderen onder de 21 jaar, waarvan de pleegouders een pleegvergoeding ontvangen, komen niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Pleegkinderen tussen de 21 en 23 jaar kunnen – onder bepaalde voorwaarden – wel een bijstandsuitkering aanvragen.
Is uw kind volledig arbeidsongeschikt en kan hij of zij ook in de toekomst niet meer werken? Dan kan uw pleegkind bij het UWV een beroep doen op de Wajong voor arbeids- en inkomensondersteuning: de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Is uw pleegkind gedeeltelijk of tijdelijk arbeidsongeschikt? Dan valt hij of zij onder de Participatiewet. De uitvoering van deze wet ligt bij de gemeente.
Uw pleegkind krijgt zijn of haar inkomsten op een eigen bankrekening gestort. Het is belangrijk om op tijd duidelijke afspraken te maken over geld en die op papier te zetten, of er nu sprake is van voortgezette jeugdhulp of niet. Wat u met elkaar afspreekt, is afhankelijk van de inkomsten van uw pleegkind. De pleegzorgbegeleider en/of jeugdbeschermer kunnen u hierbij helpen.
Wanneer een pleegkind 18 jaar wordt, is hij of zij voor de wet volwassen en moet zelf een zorgverzekering regelen. Een volwassen pleegkind kan mogelijk zorgtoeslag aanvragen.
>> Op Kwikstart staat meer informatie en een uitgebreide checklist wat jongeren moeten regelen als ze 18 jaar worden.