Na een wentraject van een maand werd onze auto volgeladen met de spulletjes van een achtjarig jongetje in de volle overtuiging dat hij bij ons zou kunnen opgroeien. Hij was blij en vond het geweldig dat er drie (een beetje gekke) katten thuis op hem stonden te wachten. Maar of hij dezelfde overtuiging deelde, dat hij bij ons zou kunnen blijven? Nee, hoe graag hij ook wilde. Ervaring had hem al zo vaak anders geleerd.
De spreekwoordelijke ‘rugzak’ die dit jongetje bij zich droeg was veel te zwaar. Al na drie maanden waren we op. We trokken aan de bel en alle betrokkenen zetten alle zeilen bij, de steun en het harde werken van de pleegzorgwerker en de gezinsvoogd maakten veel verschil, we voelden ons gehoord. Toch viel een breakdown* niet meer te voorkomen.
Er ontstond een situatie in het leven van dit jongetje die wij niet konden bolwerken. Er was totale uitputting, zowel bij hem als bij ons. Zelf konden wij de knoop niet doorhakken omdat er naast alle heftigheid bij ons ondertussen ook vechtlust, respect en liefde voor dit jongetje waren aangeboord. De gezinsvoogd heeft ons een heel belangrijke en verdrietige beslissing uit handen genomen en de breakdown doorgezet, uit zorg voor ons alle drie.
Toch schreeuwde alles in ons dat we niet helemaal mochten opgeven. We wisten niet hoe maar wel dat we alles op alles zouden zetten om te zorgen dat dit jongetje het plekje dat hij in ons leven en ons hart veroverd had zou behouden. En dat hij dat ook zou weten. Hij ging naar een leefgroep en dat deed pijn. Hij kende die plek al. Dit was de plek waar hij een tijd lang op zijn nieuwe en laatste pleeggezin had gewacht. De plek waar hij op ons had gewacht, en nu brachten wij hem terug. Zo moet dat voor hem gevoeld hebben, hoe we het gevoel van afwijzing ook probeerden te ontkrachten. Die pijn ging door merg en been.
In de weken die volgden bleef hij ons wel toelaten en om ons vragen. Onze vechtlust kreeg adem, ruimte om te groeien. Een vlammetje hoop laaide op. Er ontstond verwarring en verbazing bij de hulpverleners toen wij om de dag bij hem langskwamen. Nog meer toen wij aangaven natuurlijk met hem mee te gaan naar therapie, dokter, tandarts, kinderfeestje of een gesprek met school.
Een breakdown is toch een breakdown? Maar dat hoeft dus helemaal niet. Wilden wij nog steeds perspectief bieden? Volmondig: ja! En tegelijkertijd: het lukt nu niet, we kunnen het niet alleen, dit is een traject dat misschien veel tijd zal kosten maar wij hebben geduld en zijn keihard aan het werk om te leren wat dit mannetje nodig heeft.
Nu, maanden later, oefenen we regelmatig met dagen thuis; katjes knuffelen, iets leuks doen en nachtjes slapen en lijkt hij voorzichtig te gaan vertrouwen dat we écht altijd terugkomen. Zijn breakdown werd onze breakthrough**; een basis om deel uit te kunnen gaan maken van een gezin, ondanks dat hij nu ergens anders woont.
Een pleegmoeder
*breakdown: de beëindiging van een pleegzorgplaatsing die niet gepland en niet gewenst is
** breakthrough: de vertaling is ‘doorbraak’.